Menu
Geavanceerd zoeken

In vorig artikel (blz. 380) las u reeds dat een groepspraktijk in Hoeilaart een verschil vond in de inschatting van het cardiovasculaire risico van zijn patiënten naargelang de gebruikte risicotabel. Dit artikel brengt verslag uit van een onderzoek waarin artsen van een Antwerpse groepspraktijk het cardiovasculaire risico van hun patiënten vergeleken, na toepassing van de risicotabellen van respectievelijk de Britse richtlijnen (2000), de richtlijnen van de ‘Second European Task Force’ (1998) en die van de ‘Third European Task Force’ (2003). Uit de resultaten blijkt tussen de richtlijnen van...

Als huisartsen in groepsverband samenwerken, zorgt dat voor specifieke problemen op het vlak van registratie van gegevens in het Elektronisch Medisch Dossier (EMD). De groepspraktijk van Hoeilaart telt zes artsen die nauw samenwerken. Gaandeweg ontwikkelde ieder zo zijn eigen manier van registreren in het EMD. Het gevaar hiervan is dat gegevens over een actieve patiëntenpopulatie niet meer bruikbaar zijn voor reflectie over het huisartsengeneeskundige handelen.

Wanneer een patiënt ‘uitzichtloos en ondraaglijk lijden’ ervaart, mag hij binnen het kader van de euthanasiewet zijn arts vragen zijn leven te beëindigen, zelfs als zijn ziekte op dat ogenblik nog geen bedreiging vormt voor dit leven. Dit gegeven staat in schril contrast met de overvloed aan middelen en diensten waarover artsen beschikken om dit lijden te verzachten. In deze klinische les verhaalt dr. Lemiengre aan de hand van een casus hoe kwetsbaar en onzeker artsen en andere hulpverleners zich voelen wanneer zij met dergelijk verzoek en de uitvoering ervan worden geconfronteerd.

De demografische evolutie, de steeds kortere verblijfsduur in de ziekenhuizen, de technologische ontwikkelingen en de wens van ouderen om zo lang mogelijk thuis te blijven, hebben een belangrijke impact op de thuiszorg. Mantelzorgers spelen een cruciale rol in het mogelijk maken van de thuissituatie. Vaak worden ze bijgestaan door professionele hulpverleners. Maar hoe beleven mantelzorgers de thuiszorgsituatie? Het antwoord op deze vraag is belangrijk, als we de ondersteuning beter willen afstemmen op hun behoeften.

Veel artsen behandelen patiënten met bacteriële lage luchtweginfecties (LLWI) of met een radiologisch bewezen pneumonie met antibiotica. Nochtans is de noodzaak ervan niet onderbouwd. In dit onderzoek verzamelden 25 huisartsen klinische gegevens over 247 volwassen patiënten met een LLWI. Dertig van de 63 patiënten met een positieve bacteriële kweek werden ofwel niet behandeld met antibiotica, ofwel behandeld met een antibioticum waar de gekweekte kiem niet gevoelig voor was. Na 28 dagen bleken de meesten te zijn hersteld. Vijf patiënten met radiologisch bewezen pneumonie genazen zelfs volledig...

Als patiënten en hun gezin worden geconfronteerd met een ernstige ziekte of een ingrijpend incident zoals een hartinfarct, gaan ze plots anders tegen de dingen aankijken. Hun manier van leven verandert, zelfs de relatie met hun partner, in goede of slechte zin. In dit kwalitatief onderzoek werd nagegaan wat voor impact een myocardinfarct, PTCA of CABG heeft op de partnerrelatie. Uit de resultaten blijkt onder meer dat angst voor herval of overlijden vaak persisteert bij een gebrekkige psychosociale opvang en/of als hulpverleners onvoldoende informatie verstrekken.

Huisartsen in beroepsopleiding ervaren weleens een sterke nood aan adequate ondersteuning bij de evaluatie en behandeling van een ziek kind. De literatuur nakijken kan helpen, maar niet altijd. Dokter Peter Leysen, eerste auteur van dit artikel en huisarts in beroepsopleiding te Deurne (Antwerpen), ondervond aan den lijve hoe richtlijnen elkaar soms tegenspreken. Dit kan voor heel wat verwarring zorgen, zowel bij artsen als bij patiënten. Hij greep dit voorval aan om er een artikel over te schrijven.

Als poortwachter van de gezondheidszorg is de huisarts vaak de eerste hulpverlener die met allerlei fysieke, psychosociale en psychiatrische klachten van mensen te maken krijgt. Niet alleen is hij de eerste, maar vaak ook de enige hulpverlener. Want om tal van redenen wordt de patiënt in geringe mate doorverwezen. De oorzaken hiervan liggen zowel bij arts als patiënt of bij de organisatie van de gezondheidszorg. Juist omwille van die sleutelrol moet de huisarts een goede kijk hebben op de diagnostiek van de meest voorkomende of invaliderende psychiatrische aandoeningen. Diagnostiek is echter...

Artsen hebben weinig ervaring met beslissingen omtrent niet starten of staken van levensverlengende behandelingen. Dit leidt dikwijls tot verwarring en bezorgdheid bij alle betrokkenen: hulpverleners willen weten hoe ze dergelijke beslissingen het best nemen en ouderen (en hun familie) vrezen het slachtoffer te worden van een eindeloze reeks ingrijpende behandelingen of zijn integendeel bang te worden ‘opgegeven’ en geen behandeling meer te krijgen. In dit derde artikel van onze reeks tonen we waarmee huisartsen rekening moeten houden als ze ‘goede beslissingen’ willen nemen.