Menu

Minstens één op vijf mensen heeft chronische pijn; bij ouderen in woonzorgcentra loopt dit zelfs op tot 85%. Het is daarom één van de belangrijkste chronische aandoeningen in menselijk, maatschappelijk en economisch opzicht. Toch bestaan er zowel bij zorgverleners als leken veel meer mythen over pijn dan er bijvoorbeeld over diabetes bestaan en deze wil de auteur maar al te graag voor ons ‘ontzenuwen’.

Yassin is mijn 32ste patiënt die dag. De voorbije weken zag ik hem vaker dan me lief was (alles is relatief in de gevangenis…). Meestal consulteerde hij met een verschrikkelijke (uiterste onmogelijk te objectiveren) pijnklacht waarmee hij rechtvaardigde opnieuw een verhoging van zijn dagelijkse dosissen tramadol op te eisen. De ene keer vriendelijk en manipulatief. Een andere keer werd er al eens gescholden in een Arabisch dialect, waarbij ik enkel zeer gevoelsreflectief kon hummen en hem vriendelijk naar de deur begeleiden als er (weeral) geen einde aan kwam.

De herwerkte steekkaart over acute keelpijn bestaat uit twee delen. Het eerste deel bespreekt de anamnese, het klinisch onderzoek en de behandeling van acute keelpijn. Het tweede deel gaat in op de opvolging, de verwijscriteria en het beleid bij recidiverende tonsillofaryngitis.

Recent werd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde beschreven hoe en waarom opioïden dienen te worden afgebouwd bij patiënten met chronische pijn.1 Naast de afbouw zijn aanvullende interventies noodzakelijk, zoals (pijn)educatie.

Tijdens een consult kunnen huisartsen een plots opkomend alarmerend gevoel van alertheid ervaren ‘dat-er-iets-niet-klopt’ en dat actie noodzakelijk is. Dit buikgevoel is een vorm van niet-analytisch denken vanuit intuïtie, waarbij kennis en ervaring de basis vormen. Het gaat om een automatisch proces, onbedoeld, onbewust, oncontroleerbaar, efficiënt en snel.

Op een drukke maandagmiddag zie ik in mijn nieuwe plattelandspraktijk in Nieuw-Zeeland Steve, een 50-jarige melkboer uit de regio, die slechts zelden de praktijk bezoekt. Een jongere dame, die ik eerder al als patiënte zag, begeleidt hem. Bij navraag blijken de twee vrienden van elkaar te zijn. Als ik vraag waarvoor Steve vandaag op doktersbezoek komt, zegt hij zonder emotie: “Ik heb pijn op de borst en zij (wijst naar zijn vriendin) vond dat ik daar toch maar eens mee naar de dokter moest gaan.” Zijn vriendin knikt: “Ik wil gewoon zeker zijn dat hij geen hartinfarct heeft ofzo.”

Het risico op een aneursyma wordt niet altijd in het medisch dossier genoteerd, waardoor veel afhangt van het nietpluisgevoel van de huisarts. Bij een biscupide aortaklep, de meest voorkomende hartafwijking, moet de huisarts altijd op zijn hoede zijn. Deze casus gaat verder op het artikel over screenen op aneurysma, dat in het vorige nummer van Huisarts Nu verscheen.

Wat kan de huisarts doen als één van zijn patiënten zich aandient met een nieuwe episode van lage rugpijn?

Oorpijn is een prominent symptoom van een otitis media acuta en heeft als zodanig een grote invloed op de ziektebeleving van (ouders van) kinderen met otitis media acuta. Internationale richtlijnen adviseren daarom goede pijnstilling voor alle kinderen met een otitis media acuta, gedoseerd volgens gewicht of leeftijd.

Arnold, een 70-jarige man, komt ’s avonds op raadpleging. De man klaagt van een stekende pijn in zijn onderbuik. Hij is de dag ervoor met de pijn opgestaan. Arnold heeft geen idee wat dit zou kunnen zijn, hij heeft deze pijn nog nooit eerder gevoeld. Hij maakt zich niet meteen zorgen, maar de pijn belemmert zijn activiteiten wel.