Menu
Geavanceerd zoeken

Het eerste hoofdstuk van dit boek behandelt heel theoretische praktijkevaluatie en is daardoor moeilijk leesbaar. De volgende hoofdstukken zijn echter vlotter geschreven.

Deze brochure geeft enkele onderzoeksresultaten weer over de samenwerking tussen huisarts en fysiotherapeut in Nederland.

In deze editie van Mijlpalen vindt u de volledige officiële tekst van het Belgische ministerie van Sociale Zaken over de aanpassingen in de Belgische wetgeving om de opleiding voor huisartsen in overeenstemming te brengen met de Europese richtlijn terzake. Voor meer informatie over de Europese richtlijn (86/457/EEG) zelf verwijzen we de geïnteresseerde lezer naar Huisarts Nu 16 (1987) 1, 5 en 26, waar de integrale tekst van de Europese richtlijn afgedrukt staat met een begeleidend commentaarartikel van prof. dr. A. Van Orshoven erbij. Een gelijkaardige begeleidende commentaar bij de hier...

Butylscopolamine bromide is synoniem van Hyoscine-N-Butylbromide. Butylscopolamine is een sermsynthetisch paramsympaticolyticum, afgeleid van een belladonna alcaloïde. Door invoering van een butylgroep verkrijgt men een kwaternaire ammoniumverbinding, die steeds positief geladen is en de bloedhersenbarrière passeert. Butylscopolamine bezit een parasympaticolytische werkzaamheid ter hoogte van de nicotinereceptoren in de ganglia en de muscarinereceptoren van de neuro-musculaire synaps en heeft bijgevolg een antispasmodische werking. Het effect is orgaan- en dosisafhankelijk.

Vooral in de huisartsgeneeskunde is kwalitatief wetenschappelijk onderzoek essentieel. Omdat het heel wat moeilijker te bewaken en hard te maken is, kwam het echter slechts traag van de grond. In het begin waren de huisartsenonderzoekers vol schroom en ze hadden een zeker minderwaardigheidsgevoel tegenover de heilige cijferkoeien van het academisch gewaarmerkte kwantitatieve onderzoek. Nu trachten ze het geleidelijk uit te bouwen tot een erkende methode, met eigen regels en en een eigen relevantie. Dat was meer dan voldoende reden voor het Vlaams Huisartsen Instituut (VHI) om er in...

In een eerste deel over de chi-kwadraattoets zullen we het algemene principe opbouwen en illustreren. Tegelijkertijd wordt het gebruik van een tabel met «kritische punten van de chi-kwadraatverdelingen» uitgelegd. Als afronding beschrijven we enkele beperkingen en valkuilen van deze toetsingsmethode. Een tweede deel zal handelen over de analyse van 2 x 2-tabellen en over de Fisher-exact-toets, een alternatief voor de chi-kwadraat bij kleine aantallen. Als besluit kunnen de sportievelingen hun tanden stuk bijten op enkele oefeningen.

In september 1986 verscheen de Richtlijn 86/457/EEG van de Europese Gemeenschap inzake een specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde. Dooreen ministerieel besluit van 1 december 1987 tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de huisartsgeneeskunde werd de bestaande Belgische regeling aangepast aan die richtlijn. Onder de rubriek Mijlpalen verderop in dit nummer vindt u de integrale overheidstekst.

Zodra een mens zich vragen stelt, wordt hij er door gefascineerd en geobsedeerd tot hij het antwoord vindt. Zoiets overkwam mij bij het schrijven van mijn artikel Vijanddenken en geneeskundig handelen, verschenen in Huisarts Nu 17 (1988) 7, 303-308. Aan het einde van dat artikel kom ik tot fundamentele vragen over de grondslagen van de geneeskunde. In een eerste reflex word je geprikkeld om je bescheiden boekenkast uit te pluizen en je leest met verdubbelde aandacht wat huisartsen zoal publiceren, vanuit de logische verwachting dat dergelijke vragen al lang gesteld en beantwoord zijn.

Ongetwijfeld las u in de vorige editie van Huisarts Nu (17 (1988) 8, 380-392) het eerste deel van deze uitgebreide literatuurstudie annex dataresearch. We vervolledigen in dit tweede deel het overzicht van het Vlaamse huisartsenlandschap. We wierpen al een blik op aantallen, inkomsten en werkverdeling; nu volgt een kijk op de effecten van de plethora op de rubriek «consumptie van zorgverstrekking» en alle daarmee verbonden facetten. We vervolledigen eveneens de al gepubliceerde figuren met de overeenkomstige data in detail. Daarbij geven we nog enkele aanverwante demografische gegevens, in...

Sommige kinderen mogen voor hun gezondheid geen brood of andere meelprodukten eten; vaak moeten ze dit dieet heel hun leven lang volgen. Dit wat vreemde dieet doet echter wonderen voor een coeliakiepatiënt. Het duurt vaak lang voor de diagnose gesteld wordt; ook pediaters denken vaak niet tijdig aan glutenintolerantie Het loont dus de moeite om het ziektebeeld aan de hand van onze eigen ervaring toe te lichten. Ook de hulp van de Vlaamse Coeliakie vereniging heeft hierin een belangrijke rol gespeeld.