Menu

Erika, een kwieke vrouw van 54 jaar, komt langs voor rookstopbegeleiding. “Ik rook al heel m’n leven”, vertelt ze, “vorige week was ik bij de longspecialist en die heeft mij aangeraden om te stoppen met roken, liever vandaag dan morgen.” De pneumoloog had na een aantal onderzoekingen de combinatiediagnose COPD/astma gesteld. “Een klap in mijn gezicht”, geeft ze aan.

De gezondheidsenquête van Sciensano uit 2018 laat zien dat 12% van de Belgische bevolking boven de vijftien jaar een slaap- of kalmeermiddel gebruikt. Hoewel deze percentages nog te hoog liggen in vergelijking met andere Europese landen, hebben de inspanningen van de afgelopen jaren hun vruchten afgeworpen; in 2008 lag het gebruik immers nog op 14%.

Na mijn afscheid als academicus aan de UAntwerpen ga ik weer aan de slag als huisarts. Tussen beide is een wisselwerking: een afdeling huisartsgeneeskunde moet voortdurend haar voelhorens in de praktijk hebben en het veld voeden met ideeën en evidentie.

Roy Remmen oppert in zijn afscheidsrede dat de huidige geneeskundige opleiding misschien nog een tandje hoger zal moeten schakelen om jonge huisartsen te wapenen voor het levenslang uitoefenen van hun boeiend, maar ook veeleisend beroep. Als arts van ‘de jongere generatie’ trek ik die vraag graag open: moet de opleiding geneeskunde inderdaad (nog) een tandje bijsteken of moeten we als huisarts op regelmatige basis eens terug naar de schoolbanken?

Bij het roken van een sigaret komen er meer dan 4000 chemische stoffen vrij, waarvan minstens 250 bewezen schadelijk zijn voor de gezondheid en 50 als kankerverwekkend worden beschouwd. De roker inhaleert de primaire rook ‘uit eerste hand’, terwijl tweedehandsrook bestaat uit de vermenging van rook uit een smeulende sigaret (secundaire rook) en de uitgeademde rook (tertiaire rook).

De prevalentie van actieve rokers in België is in dalende lijn. Momenteel rookt 19% van de Belgische bevolking, vergeleken met 24% in 2004.1 Diverse initiatieven liggen mogelijk aan de basis van deze daling. Vanaf 2004 werd roken verboden in de trein, op het werk en in cafés. Verpakkingen van sigaretten moesten duidelijk de gevaren van roken weergeven alsook het telefoonnummer van de Rookstoplijn.

Al dertig jaar heb ik een vaste huisarts. Onze huisarts en dierenarts zijn de twee personen die ik en mijn vrouw al jaren trouw zijn. Een andere arts raadplegen voelt aan als ontrouw. Op het moment dat die een diagnose stelt, ervaren we een vorm van twijfel, ongeloof. Alles draait om vertrouwen natuurlijk en dat is ontstaan door de jarenlange band die we hebben opgebouwd.

Je moet het ze het nageven. De spindokters van de tabaksindustrie hebben de laatste jaren een sterk staaltje marketing laten zien. Uitgeduwd in de asbak van de meest vervuilende persoonlijke pollutie, kwamen ze als een sfinx tevoorschijn met een welriekend nieuw product, de e-sigaret. Vapen, het inhaleren van een aerosol van smaakstoffen, is het nieuwe roken.

Het klinkt wat raar, maar ‘stoppen’ is het stopwoordje van dit nummer van Huisarts Nu. Het begint met de aanpak van seksueel geweld. Uiteraard moet deze agressie op vrouwen, en soms ook op mannen, stoppen. Dat is vooral een maatschappelijke opdracht, met een heel diverse aanpak via opvoeding, attitudevorming en gedragsverandering.

Roken van tabak is nog altijd de grootste bedreiging voor de gezondheid. Voor 100% inzetten op een vroegtijdige rookstop is de meest doeltreffende interventie om de levenskwaliteit van de roker te verbeteren en ook om longkanker te voorkomen. Dat is en blijft de kerntaak van huisartsen; patiënten die roken voorbereiden op een screeningsprogramma naar longkanker, is dat niet.