Menu

Het lijkt aangewezen om indien mogelijk heelkundige ingrepen uit te stellen bij COVID-patiënten tot 7 weken na de infectie tenzij de ernst van de medische situatie een dringende ingreep rechtvaardigt.

Sofie is een van de drie mensen uit mijn kennissenkring die in maart 2020 een ‘milde’ COVID-19 kregen en waarover hun wanhopige familie begin mei 2020 me om raad vroeg, omdat ze nog steeds ziek waren met zeer ernstige mentale en lichamelijke klachten.

Het bevragen, registreren en analyseren waar een besmetting met COVID-19 zich heeft voorgedaan, gebeurt in België nauwelijks. Deze huisartsen gingen daarom zelf aan de slag.

Deze observationele ‘real life studie’ toont duidelijk het beschermend effect aan van de vaccins van AstraZeneca en Pfizer tegen infecties met de deltavariant van SARS-CoV-2. Dit onderzoek geeft echter geen antwoord op de duur van deze bescherming na de laatste inenting.

Staalafname en uitvoering van zelftesten voor SARS-CoV-2 zijn nauwkeurig én betrouwbaar om personen te identificeren die geen besmettelijke hoeveelheid virus in zich dragen. Enkel bij een oncontroleerbare groei van de epidemie (prevalentie >20%) is het aantal fout-negatieve testen te hoog.

Om de kans op COVID-19 te bepalen is het klinisch relevant het moment in de epidemie te kennen, maar ook de leeftijd, het geslacht, de risicofactoren, symptomen en vaccinatiestatus van de patiënt.

Een groot aantal patiënten die ernstige symptomen of complicaties vertonen bij COVID-19, hebben overgewicht of lijden aan obesitas. Deze aandoening blijkt een belangrijke risicofactor te zijn voor ernstige complicaties en verhoogde mortaliteit bij COVID-19-patiënten.

Naarmate de zorgnood of kwetsbaarheid bij mensen groter is, blijkt de impact van het virus op hun gezondheid toe te nemen en dit door de afwezigheid van gepaste toegankelijke zorg. Een populatiegerichte aanpak is nodig is om deze toenemende (geestelijke) gezondheidsongelijkheid in te dijken.

Tijdens de eerste en tweede lockdown kon een deel van de verslaafden niet meer worden bereikt en stopte hun begeleiding abrupt. Hierdoor was er een hogere kans op herval en intensiever gebruik. Is ook een noodplan voor verslavingszorg nodig?